De Veluwse bossen – door de ogen van boswachter Mariëtte
Boswachter Mariëtte, die regelmatig wandelingen organiseert voor de gasten van het Lorkenbos, neemt ons in het onderstaande stukje mee de natuur in. Ze deelt haar persoonlijke indrukken en vertelt interessante dingen over de prachtige Veluwse bossen in de herfst.
Wat gebeurt er nu in het bos?
In deze tijd van het jaar is er veel leven in het bos. De edelherten zijn bijna klaar met hun bronst. Ze zijn door deze uitputtingsslag vele kilo’s afgevallen en moeten voordat de winter begint weer op krachten komen. Bij de damherten is de bronst juist nu begonnen.


Wilde zwijnen
Ook de wilde zwijnen bereiden zich voor op hun paringstijd in november en december. In deze periode beginnen bij de mannetjes de gevechten om te bepalen wie de sterkste is, want alleen hij mag voor de voortplanting zorgen. Tijdens deze tijd hebben de mannetjes een extra dikke laag bindweefsel op de schoften (de schouder- en nekpartij van het zwijn), zodat ze elkaar tijdens deze krachtmetingen niet dodelijk verwonden.
Op dit moment zie je ook dat de wilde zwijnen veel op zuidhellingen of langs bermen bij fietspaden en wegen wroeten. Het asfalt geeft warmte af aan de grond ernaast, waardoor het een uitstekende leefplek is voor insecten en emelten. Het eten van deze insecten zorgt ervoor dat zwijnen de eiwitten binnenkrijgen die ze nodig hebben om het looizuur uit de grote hoeveelheden eikels die ze eten te neutraliseren.

>Heksenboter
De kleuren van het bos beginnen nu overal goed zichtbaar te worden. Prachtig, al die rood-, geel- en bruintinten: het mooie rood van de Amerikaanse eik, de goudtinten van de lariksen (lorken) – de enige naaldboom die zijn naalden in de winter verliest – en ook de beuk schittert goud als de zon erop schijnt.
Daarnaast zijn er dit jaar veel paddenstoelen, in allerlei soorten en maten. Van heel groot, zoals de reuzenzwam, tot heel klein, zoals het meniezwammetje. De allermooiste die wij kennen is waarschijnlijk de vliegenzwam. Daarvan zien we er dit jaar ontzettend veel.

>Meniezwammetje
In deze periode zijn de Vlaamse Gaaien (en andere noten- en zaadeters) druk bezig met het aanleggen van hun voedselvoorraden voor de winter. Dit doen ze door duizenden eikels te verstoppen. Hoewel ze de meeste eikels weer terugvinden, blijft een aanzienlijk deel onvindbaar, waardoor op onverwachte plaatsen jonge eiken groeien. Een grappige bijnaam van de Gaai is dan ook ‘boomplanter’. Ook de eekhoorn zorgt op deze manier dat hij in de koude periode voldoende te eten heeft.
De wolf zien we eigenlijk nagenoeg niet. Dat is een goed teken, want dit prachtdier is van nature schuw voor de mens en vermijdt onze aanwezigheid waar mogelijk. Het dier spreekt enorm tot de verbeelding en speelt een belangrijke rol in het ecosysteem.
Er is een prachtig, ongetiteld gedicht over de Veluwe, geschreven door Clinge Doorenbos (1884–1978), een veelzijdige Nederlandse zanger, cabaretier, journalist, schrijver en dichter. Het vangt de sfeer van het bos zo mooi dat ik het graag met jullie deel:
Daar in dat woest en wild gebied
Zo fier en ongebonden
Waar het oog, hoever het ook ziet
Geen eindpunt heeft gevonden
Daar in dat prachtstuk zandwoestijn
In het ongerepte dreven
Waar edelhert en wilde zwijn
Nog in natuurstaat leven
Waar eindeloze stukken hei
Het genietend oog bekoren
Daar waar de ruimte wordt gevoeld
De stilte is te horen
Daar waar de dierenwereld huist
Voor het mensenras beveiligd
In het grote heuvelheigebied
Nog nooit ontgint, ontheiligd
Daar waar de maan met zilverglans
Een wondersprookje tovert
Het zwoel en zwaar en zwoegend werk
De heerschappij herovert
Daar waar het zand wordt opgezwiept
Gegijzeld door de winden
Daar kan de afgetobde mens
Zichzelf en vrede vinden.
〜 Clinge Doorenbos

>Wat we in het bos tegenkomen? Een hart van bomen...